heeft uw schouderpatient neuralgia amyotrofica?

Voor zorgprofessionals:

Recent werd bij een goede vriend die klaagde over pijn in zijn polsen en krachtverlies in handen en armen de diagnose Neuralgia Amyotrofica gesteld. Dat was schrikken voor hem en zijn omgeving, vooral ook vanwege de wel erg alarmerend klinkende naam van de aandoening. Op een filmpje te vinden met YouTube legt Nens van Alfen – die op ‘NA’ promoveerde in 2006 – gelukkig duidelijk uit wat de aandoening behelst en wat de prognose is. Een kennis die dat filmpje zag wist meteen dat ook zij dezélfde aandoening had gehad: vreselijke pijn in nek en schouder (NRS 7-10) vooral opkomend in de tweede helft van de nacht.

Statistisch gezien is het niet heel waarschijnlijk dat twee kennissen kort na elkaar of tegelijk te maken krijgen met dit ziektebeeld, onmogelijk is het echter niet. Genoeg reden om dit klachtenbeeld te bestuderen, om in voorkomende gevallen de diagnose te onderkennen. Zeker is dat de diagnose NA met regelmaat niet wordt gesteld wegens onbekendheid met het typerende klachtenbeeld; er zou dus sprake zijn van onderdiagnostiek.

Op deze site geef ik zeer in het kort weer wat de ziekte typeert zijn en verwijs u vervolgens naar het onderzoek van Nens van Alfen (2006) en naar een artikel uit het Nederlands Tijdschrift voor geneeskunde (1994). Voor echografisten is bekendheid met deze aandoening uiteraard van belang omdat bij nachtelijke pijn tevens gedacht kan worden aan een doorbraak van kalk vanuit de supraspinatuspees richting bursa subdeltoidea/subacromialis.

Neuralgische amyotrofie,

staat ook  bekend als acute brachiale neuropathie,  het Parsonage-Aldren-Turner syndroombrachiale neuritis en plexus brachialis neuropathie. Van Alfen noemt in haar proefschrift  meer dan 50 synoniemen, die min of meer dezelfde aandoening duiden.

Oorzaak: is meestal onbekend (idiopatisch) maar een erfelijke variant (HNA) komt voor. De plexus brachialis is diffuus ontstoken (soms presenteert de ontsteking zich in de plexus lumbalis). Er wordt wel verondersteld dat er sprake is van een vergissing van het afweersysteem dat afweerstoffen maakt tegen de zenuwcellen. Mogelijk uitlokkende factoren voor een aanval zijn erg divers: operatie en narcose, stress, infecties als griep en neusverkoudheid, weeromslag enzovoorts.

De aangedane zenuwen van de plexus brachialis innerveren de schouder- en de armmusculatuur, soms de n. phrenicus en een enkele keer de onderste hersenzenuwen. Dan is er sprake van een bizar klinisch beeld omdat, zeer snel na een aanval van zenuwpijn (enkele dagen), er zichtbare atrofie en krachtverlies optreedt in het meest getroffen innervatiegebied van de betrokken spiergroepen. Kenmerkend is het afstaande schouderblad aan de aangedane zijde. Soms ziet men trofische stoornissen van de huid en afname van de peesreflexen.

Pijn:  tintelend of prikkend soms met het gevoel van elektrische schokken, soms een doof gevoel van de huid maar andere keren juist overgevoeligheid voor aanraking en temperatuurwisselingen.

Uitval:  geen duidelijk segmentaal patroon en onderscheidt zich hiermee van mechanische prikkeling van een zenuwtak zoals het geval kan zijn bij een cervicale hernia.

Incidentie: 500-600 patiënten in Nederland per jaar.

Prognose: herstel binnen 1 á 2 jaar tot 70%-90%.

Medicatie: NSAID’s in combinatie met een opiaat. Soms helpt een stootkuur prednison.

Revalidatie: fysiotherapie waarin de nadruk wordt gelegd op veel bewegen binnen de grenzen van de mogelijkheden van de aangedane musculatuur. Krachttraining heeft uiteraard geen zin omdat de aangedane zenuwen de prikkel niet kunnen overdragen. In ernstige gevallen contractuurbestrijding middels doorbewegen.

Bronnen:

Neuralgic amyotrophy, Nens van Alfen (2006).

http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/29818/29818.pdf?sequence=1

Nederlands  Tijdschrift voor geneeskunde (1994).

https://www.ntvg.nl/artikelen/amyotrofische-neuritis-de-pati%C3%ABnt-vleugellam